Een aanzienlijk gedeelte van de woningen die in het Goese Meer gebouwd zijn viel onder de noemer vrije sector. Daarnaast liet de WBU op door haar aangekochte kavels kopers de keuze tussen een aantal varianten van een eenzelfde bouwtype, ontworpen door architectenbureau Zeelenberg. De uniformiteit in die gedeelten is groot. Maar in het overige gedeelte van het plan kregen bouwers voldoende armslag om zich van harte uit te leven. En van die vrijheid is gretig gebruik gemaakt.
De opvattingen over architectuur in het algemeen lopen nogal wat uiteen. Dat men die verschillen in appreciatie ook terugvindt in Het Goese Meer mag dus vanzelfsprekend heten. In het Bestemmingsplan werd gesproken over “optimale inrichting van de woonomgeving” en “hoogwaardige architectuur”. Voorts moest "Het Goese Meer een allure krijgen (die) regio-overstijgend (was)”.
Meer uniformiteit had het geheel zeker ten goede kunnen komen, zonder dat persoonlijke vrijheid en creativiteit daar in alle opzichten onder zouden hebben geleden.
De ontwikkelaars is dit misschien niet aan te rekenen. Zij hadden geïnvesteerd en wilden oogsten. Dat ze daarbij wel eens te gemakkelijk aan financiële overwegingen boven architectonisch/ esthetische de voorkeur gaven is te laken maar begrijpelijk.
Wie hier te kort geschoten is, is de gemeente. De gemeente ziet via de welstandscommissie toe op bouwactiviteiten en toetst die aan de hand van een aantal criteria onder meer op hun bouwkunstige kwaliteit.
Aanvankelijk hield men de hand aan de geformuleerde criteria. Maar onder druk van de ontwikkelingsmaatschappij die te maken had met huiseigenaren die er eigen inzichten op na hielden over een te realiseren droomhuis liet de commissie de teugels vieren en zo bleek uiteindelijk haast alles mogelijk.
Dat betekent niet dat ook individuele kwaliteit ontbreekt. Een aantal woningen is van een opmerkelijk gehalte. Sommige kunnen zeker wedijveren met het beste wat elders in Nederland aan moderne architectuur te vinden is.
Niet voor niets figureert Het Goese Meer in 2002 op de Vivenda’s lijst van Nederlands vijftig mooiste bouwlocaties op de elfde plaats. Het groen dat nu nog in de jeugdfase is, zal naarmate de tijd verstrijkt in omvang, belang en schoonheid toenemen en op de duur optreden als de grote verzachter.
Een ding in elk geval mag uniek heten in het naoorlogse Nederland: een wijk waar nu eens misschien niet alles maar toch heel veel was toegestaan. Waar de bouwers zelf het heft in handen konden nemen, zonder zich in de wielen gereden te voelen door ambtelijke betutteling. Alles bijeen mag Goes trots zijn op het Goese Meer en dankbaar voor de visie, de ondernemingslust en het doorzettingsvermogen van de initiatiefnemers, want wat zij tot stand hebben gebracht was niet enkel een woonproject, zoals zovele, maar het realiseren van een droom.
Naamgeving van straten en wijken lijkt op het eerste gezicht geen bron van hoogoplopende conflicten. Toch kwam de naamgeving in het Goese Meer niet zonder irritaties tot stand.
Gemeenten hebben straatnamencommissies die B en W en de Raad op dat gebied adviseren, want de bevoegdheid ligt bij de Gemeenteraad. In dit bijzondere geval echter, waar een projectontwikkelaar de inrichting van een hele wijk voor zijn rekening had genomen, meende deze ook hierin enige initiatieven te mogen ontplooien.
Een goed bekkende naam kan verkoop bevorderend werken, zodat projectontwikkelaars alert zijn op prettig in het gehoor liggende, statusbevestigende namen.
Het voorstel van de BV bevatte namen als Westkaap, Archipel en Koraalrif., maar die haalden het niet. Tenslotte dook Wethouder Heerebout in de oude land- en zeekaarten en stelde kreek- en plaatnamen voor, die vóór de inpoldering van de Wilhelminapolder in gebruik waren geweest.
De Raad volgde hem hierin en alzo werd besloten.
Behalve enige tientallen woningen was er op het golfterrein naast het clubgebouw een hotel gedacht. Maar om meerdere redenen besloot de WBU van de bouw daarvan af te zien. Vooral de rentabiliteit zou te wensen overlaten.
In plaats daarvan zouden drie appartementenblokken gebouwd kunnen worden met in totaal vierentwintig appartementen in de hogere prijsklasse. Hier bestond een markt voor en de ontwikkelaar hoopte dat een dergelijke wijziging van het bestemmingsplan voor de gemeente acceptabel zou zijn. Inderdaad stonden zowel de gemeente als de provincie niet onwelwillend tegenover deze verandering, in tegenstelling tot een aanzienlijk aantal van de (toekomstige) bewoners.
De Vereniging van Bewoners van het Goese Meer toonde zich onaangenaam verrast door de gewijzigde plannen en de inmiddels opgerichte Commissie Behoud karakter Goese Meer stuurde de gemeente namens vierennegentig bezwaarden een brief waarin de bezwaren tegen de bouw werden uiteengezet.
Om aan de tegenstanders tegemoet te komen besloot de WBU het aantal bouwblokken terug te brengen van drie naar twee. In plaats van vierentwintig appartementen in drie gebouwen zouden er nu twaalf in twee komen. Maar deze tegemoetkoming bleek voor de commissie onvoldoende. Vooral bewoners van de Golfzichtlaan zagen hun uitzicht en daarmee een deel van hun woongenot bedreigd.
Ondanks “verbaal geweld” in een hoorzitting op 29 april 1997 gaf de gemeente Goes in januari daaropvolgend een bouwvergunning af en tevens vrijstelling van het geldende bestemmingsplan, terwijl GS al eerder een verklaring van geen bezwaar had verstrekt.
De bezwaarden namen in de persoon van mevrouw Antes een advocaat in de arm om hun zaak te bepleiten. De door haar verwoorde bezwaren werden door de gemeente ongegrond verklaard. Een maand eerder was door de commissie aan de arrondissementsrechtbank in Middelburg om schorsing van de bouwvergunning verzocht, wat naderhand voor dezelfde rechtbank mondeling werd bepleit.
De uitspraak werd door velen als verrassend ervaren.
De rechtbank oordeelde het besluit in strijd met de wet, want “een voorbereidingsbesluit vervalt indien niet binnen een jaar na de inwerkingtreding daarvan een bestemmingsplan (of herziening ervan) ter inzage is gelegd”. En dat was niet gebeurd. Inhoudelijk werd niet op de bezwaren ingegaan, maar voor de WBU was de uitspraak voldoende aanleiding om de handdoek in de ring te gooien. Men ging niet in beroep en dus bleef voor veel bewoners het uitzicht intact, kwam het clubgebouw mooi in de ruimte te staan en kon de parkeerruimte, die tamelijk krap bemeten was aanzienlijk worden uitgebreid.
Een andere tegenslag trof niet alleen de ontwikkelaar, maar ook verscheidene inwoners van de nieuwe wijk en zelfs enigen van daarbuiten.
In het huis dat tijdens de eerste jaren nadat het golfterrein voor spelers was opengesteld als clubhuis diende, was na de opening van het nieuwe clubgebouw een kinderdagverblijf gevestigd.
Oorspronkelijk was deze opvanggelegenheid bedoeld voor kinderen van wie de ouders een partijtje golf wilden spelen, maar van lieverlee brachten ook ouders uit de wijk en zelfs uit Kattendijke en Wilhelminadorp kinderen naar dit dagverblijf, omdat in de verre omtrek opvanggelegenheid voor kinderen ontbrak.
Omdat de gemeente het bestemmingsplan hiervoor niet wilde wijzigen, was de uitbaatster van het kinderdagverblijf genoodzaakt om met de opvang te stoppen, omdat een sluitende exploitatie, slechts gebaseerd op passanten, niet mogelijk bleek.